Beroep
Start

Sexbierum, 16 februari 1998

 

De Belastingkamer van het Gerechtshof
Postbus 21030
8900 JA LEEUWARDEN

 

betreft: beroep afwijzing bezwaarschnft naheffingsaanslag parkeerbelasting

bijlagen:     A afwijzing bezwaarschnftd.d. 7 januari 1998

B afdruk van het bezwaarschnft d.d. 24 december 1997

C afwijzing bezwaarschnft d.d. 30 juli 1997

D afdruk van het bezwaarschnft d.d. 1 april 1997

E toelichting op het beroepschift

 

Hooggeachte leden van het Gerechtshof,

Hierbij wil ondergetekende bij uw instantie beroep aantekenen tegen de afwijzing d.d. 7januari1998 (ref A) van het bezwaarschrift (d.d. 24 december 1997, ref B.) zoals ingediend bij B&W van gemeente Harlingen (hierna aangeduid als: B&W). Dit beroep wordt gedaan op basis van twee gronden:

EERSTE BEZWAARGROND

B&W stellen dat alleen middels inworp van munten van Fl.1 ,- en FI. 0,25 (zie ref C) kan worden voldaan aan de verplichting van betalen van parkeerbelasting. In het verleden heeft B&W verschuldigde parkeerbelasting, op aanwijzing van ondergetekende, afboekt van een verricht voorschot parkeerbelasting (zie toelichting, ref. E).

Derhalve stelt ondergetekende dat, gezien het feit dat reeds voldoende parkeerbelasting controleerbaar en tijdig bij voorschot was voldaan, B&W ten onrechte stelt er gronden zijn voor het opleggen van een naheffingsaanslag. Ondergetekende stelt dus dat parkeerbelasting is voldaan op een wijze die B&W onder dezelfde regels en wetten in een geliikwaardige situatie (ref. D) wèl heeft geaccepteerd en betwist de grond van naheffen.

TWEEDE BEZWAARGROND

B&W heft naheffingskosten (Fl.65,-) op de invordering van Fl.0,25 ter bestrijding van kosten voortvloeiende uit de inning van niet-betaalde parkeerbelastingen. Naheffingskosten behoren ter compensatie te zijn van de inspanning die verricht moet worden om een betaling te incasseren. Aangezien het te innen bedrag al (controleerbaar) tijdig was betaald, is er geen sprake van een incasso-situatie met bijkomende kosten en stelt ondergetekende dat oplegging van de naheffingskosten niet terecht zijn geschied.

Ondergetekende verzoekt het Hof haar oordeel over deze casus uit te spreken. Aangezien het hier een principezaak betreft ziet ondergetekende in geval van in-gelijk-stelling af van alle retourkomende bedragen en verzoekt deze bedragen te bestemmen voor een goed doel, om reden dat financieel gewin niet de inzet is van deze casus.

In afwachting van uw oordeel,

Hoogachtend,

 

 

Hendrik F. Broekhuizen

 

Email me

Datum laatste aanpassing: 14 december 2005 18:20:39
Date last update: woensdag, december 14, 2005 18:33:53

Email me

Vorige ] Start ] Volgende ]