Sexbierum, 24 december 1997
College van Burgemeester & Wethouders
referte: aanslag 972511000176, bonnummer 22793 d.d. 27-11-1997 Geacht College, Bij deze maakt ondergetekende bezwaar tegen de aan hem opgelegde 'kosten naheffingsaanslag' ten bedrage van Fl. 65,- (zie referte). Dit bezwaar maakt ondergetekende op grond van de volgende reden: Op valuta datum 27 oktober 1997 heeft ondergetekende het bedrag van Fl. 1,- (zegge: één gulden) overgemaakt op één der door U aangewezen rekeningen (rekening nummer 28.50.46.128, t.g.v. Gemeente Harlingen, o.v.v. voorschot parkeerbelasting RJ-75-DP). Dit rekeningnummer is opengesteld volgens eerdere correspondentie voor betaling van parkeerbelasting en naheffingskosten. Aangezien ondergetekende geruime tijd vóór het tijdstip van het ontstaan van de plicht tot betaling van parkeerbelasting de betaling heeft verricht op een door de wetgever toegelaten wijze, op een bewijsbare manier en op door de Gemeente controleerbare manier, kan worden gesteld dat aan de plicht tot betaling op het moment van vaststelling van die plicht is voldaan. Derhalve stelt ondergetekende dat de opgelegde 'naheffingskosten' ten bedrage van Fl. 65,- onterecht zijn geheven. Uw dienst heeft de betaling van het voorschot niet afgewezen, dan wel terugestort, zodat ondergetekende van acceptatie van de betaling kan uitgaan. Derhalve verzoekt ondergetekende U de naheffingskosten ad Fl. 65,- terug te storten op zijn rekening 32.55.37.720 t.n.v. H.F. Broekhuizen en de aanslag van de naheffingskosten in te trekken. Het bedoelde bedrag is onder protest op valuta datum 12-12-97 aan U overgemaakt, onder verwijzing naar de reeds verrichte betaling van parkeerbelasting.
In afwachting van uw bericht,
Hoogachtend,
H.F. Broekhuizen |
|